Wassily Kandinsky

Wassily Kandinsky

Je kent vast dat gevoel: je staat voor een schilderij en de kleuren lijken bijna te zingen, alsof er muziek door het doek stroomt. Dat is precies wat veel mensen ervaren bij Wassily Kandinsky. In dit artikel ontdek je wie hij was, hoe hij van jurist tot grondlegger van de abstracte kunst uitgroeide, welke werken je moet kennen en hoe je beter naar zijn schilderijen kunt kijken. Ik deel ook inzichten uit onderzoek en museumbezoeken, zodat je Kandinsky niet alleen ziet, maar ook begrijpt en ervaart.

Wie was Wassily Kandinsky?

Wassily Kandinsky werd in 1866 in Moskou geboren en overleed in 1944 in Neuilly-sur-Seine, nabij Parijs. Hij was een Russische kunstenaar die later ook de Franse nationaliteit aannam. Hij begon zijn loopbaan niet in de kunst, maar als jurist en econoom. Pas rond zijn dertigste koos hij bewust voor de schilderkunst. Die late start verklaart veel: hij benaderde kunst vanaf het begin met een zeldzame theoretische diepgang en een volwassen, doordachte houding. Kandinsky wordt vaak genoemd als een van de pioniers van de abstracte kunst in het Westen. Zijn invloed reikt verder dan zijn doeken: met zijn geschriften over kleur, vorm en innerlijke beleving gaf hij de twintigste-eeuwse kunst een nieuw vocabulaire.

Van jurist tot pionier: de sprong naar München

In Moskou had Kandinsky een veelbelovende academische carrière. Toch besloot hij in de jaren negentig van de negentiende eeuw naar München te verhuizen om zich volledig op de schilderkunst te richten. Daar studeerde hij aan particuliere kunstscholen en aan de Akademie der Bildenden Künste. Een vroege, beslissende ervaring was het zien van een serie schilderijen met hooibergen van de Franse meester waar kleur de hoofdrol speelde. Het raakte hem dat kleur zijn eigen werkelijkheid kon hebben, onafhankelijk van het onderwerp. Als je die link wilt verkennen, lees dan ook over Claude Monet, die bij veel moderne kunstenaars de gevoeligheid voor kleur verscherpte.

In München werd Kandinsky ook docent en organisator. Hij leidde kortstondig een kunstenaarsgroep en -school, maar zijn echte doorbraak kwam toen hij zich omringde met geestverwanten die, net als hij, kunst wilden losmaken van louter nabootsing. Die zoektocht, gevoed door muziek, volkskunst, religieuze iconen en filosofische lectuur, bracht hem naar de drempel van de abstractie.

De ontdekking van de abstractie: kleur als klank

Rond 1910 merkte Kandinsky dat een omgekeerde compositie in zijn atelier hem dieper ontroerde dan hetzelfde beeld rechtop. De herkenbare vormen waren verdwenen en wat overbleef waren kleurvlakken, ritme en beweging. Het zette hem op spoor van het niet-voorstellende schilderen. Er is discussie over wie exact de allereerste abstracte schilder was, maar Kandinsky speelde onmiskenbaar een sleutelrol. Hij voelde aan dat kleur en vorm niet alleen het oog, maar ook de ziel konden aanspreken. Dat inzicht werd later een hoeksteen in zijn theorie: innerlijke noodzaak. Kunst moest volgens hem voortkomen uit een innerlijke drijfveer en de beschouwer in trilling brengen.

Muziek was voor Kandinsky veel meer dan inspiratie. Hij zag een directe overeenkomst: klanken verwijzen niet naar voorwerpen, maar werken onmiddellijk op ons in. Zo zouden ook kleur en vorm autonoom moeten opereren. Niet toevallig gaf hij titels als improvisatie en compositie aan zijn werken, waarmee hij ritme en structuur in verf benaderde zoals componisten dat in muziek doen.

Der Blaue Reiter: een broedplaats voor vernieuwing

In 1911 stond Kandinsky aan de wieg van de groep Der Blaue Reiter, samen met onder anderen Franz Marc. De naam is een poëtische verwijzing naar hun gedeelde liefde voor de kleur blauw en voor het motief van de ruiter als symbool van beweging en spirituele zoektocht. In de almanak die de groep uitgaf, werden essays, reproducties en ideeën samengebracht over muziek, volkskunst en moderne schilderkunst. Wie het netwerk rondom Kandinsky wil verkennen, vindt veel verrassende dwarsverbanden via Franz Marc.

De groep hield tentoonstellingen en publiceerde baanbrekend werk, maar de Eerste Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de gezamenlijke activiteiten. Kandinsky keerde terug naar Rusland, waar hij zich een tijdlang inzette voor kunstonderwijs en museale hervormingen. Zijn persoonlijke, spirituele kunstopvatting botste uiteindelijk met de richting die kunstbeleid daar insloeg, waarna hij na de oorlog naar Duitsland terugkeerde.

Het gedachtegoed: kleur, vorm en innerlijke noodzaak

Voor Kandinsky waren kleuren niet neutraal. Geel kon scherp en doordringend aanvoelen, blauw innerlijk en vertragend. Rood vurig en levensvol, wit als een pauze of stilte, zwart als afsluiting. Zulke intuïtieve associaties koppelde hij aan vormen: de driehoek, de cirkel, de rechte en gebogen lijn, elk met een eigen dynamiek. In zijn boek over het geestelijke in de kunst gaf hij woorden aan ervaringen die veel schilders vóór hem al voelden, maar nog niet theoretisch onderbouwden. Hij muntte het begrip innerlijke klank, de trilling die optreedt als kleuren en vormen in de juiste verhoudingen samenkomen.

Als docent merkte hij hoe direct het effect kan zijn wanneer je een element wijzigt. Een kleine verschuiving van een lijn kan een compositie laten openen of sluiten, een kleuraccent kan de richting van de blik sturen. Deze inzichten zijn nog steeds relevant voor ontwerpers en kunstenaars. Wie verdieping zoekt in de psychologische werking van eenvoud in vorm, vindt herkenning in dit stuk over keuzes in ontwerp: waarom eenvoud vaak de beste keuze is.

Bauhausjaren: onderwijs, experiment en geometrie

Vanaf 1922 gaf Kandinsky les aan het Bauhaus, eerst in Weimar, later in Dessau. Daar werkte hij zijn theorie over punt, lijn en vlak uit. Geometrische elementen kregen een prominente rol in zijn werken uit deze periode. Denk aan cirkels die niet alleen vorm zijn, maar ook sferen oproepen, of diagonalen die spanning en richting brengen. Het fascinerende aan deze doeken is hoe rationele compositie en poëtische werking samenvallen. Hij liet zien dat abstractie niet kil hoeft te zijn: kleur en ritme kunnen ook binnen strakke structuren zinderen.

Het Bauhaus bood hem een vruchtbare omgeving om te experimenteren met materialen, technieken en onderwijs. Zijn collega en vriend was een kunstenaar met wie hij een diep gesprek voerde over kleur en vorm. Lees verder over die boeiende dialoog bij Paul Klee.

Parijs: biomorfe vormen en een poëtische synthese

Na de sluiting van het Bauhaus vestigde Kandinsky zich in Frankrijk. Zijn late werk wordt vaak biomorf genoemd: vloeiende, organische vormen die doen denken aan cellen, embryo’s of micro-organismen. Het is geen natuurstudie, maar een innerlijk, lyrisch universum waarin vormen lijken te zweven. Kandinsky mengde soms zand door de verf om de huid van het schilderij tactiel te maken. In de late composities zie je enerzijds een terugblik op eerdere thema’s, anderzijds een verfijning van zijn beeldtaal: meer stilte, meer resonantie, meer aandacht voor de allerkleinste verhoudingen.

Persoonlijke ervaring: kijken met je oren

De eerste keer dat ik voor Compositie VII stond, viel me niet zozeer de kracht op, maar de gelaagdheid. Het schilderij lijkt op afstand te bruisen, maar van dichtbij blijken de lijnen en kleurbanen uiterst zorgvuldig te doseren. Ik merkte dat mijn blik ging luisteren: herhaalde motieven doen denken aan refreinen, diagonalen aan crescendo’s. Wie Kandinsky wil begrijpen, hoeft niet eerst alles te weten; je kunt beginnen met te voelen hoe je oog het ritme volgt en pas daarna proberen te verwoorden wat er gebeurt.

Drie pijlers van Kandinsky’s schilderen

Impressies

In de impressies blijft een verbinding met de zichtbare wereld aanwezig. Landschappen, steden of figuren kunnen nog als vertrekpunt dienen, maar de kleur en het gebaar krijgen al meer vrijheid. Het onderwerp is aanleiding, niet doel.

Improvisaties

De improvisaties zijn spontaner. Ze zoeken de directe uitdrukking van innerlijke stemmingen, vaak met een krachtige ritmische structuur. Vergelijk het met een muzikant die een thema vrij uitwerkt, zonder partituren, maar met een sterk gevoel voor timing en spanningsopbouw.

Composities

De composities zijn culminaties: grootschalige, complex doordachte doeken waarvoor talloze studies bestaan. Ze tonen hoe grondig Kandinsky werkte. Achter de schijnbare vrijheid schuilt een strakke orchestratie van vorm, kleur en beweging.

Belangrijke werken kort toegelicht

De blauwe ruiter (1903)

Een vroege sleutel, waarin de ruiter niet als portret is weergegeven, maar als kleur- en bewegingsakkoord. Hier sluimert al de overtuiging dat schilderkunst meer kan zijn dan het afbeelden van dingen.

Murnau-landschappen (circa 1908–1909)

In het Beierse Murnau experimenteerde Kandinsky met felle kleuren en vereenvoudigde vormen. Huizen en kerken worden vlak, straten ritmes, lucht en bergen kleurvelden. Deze werken vormen de brug naar abstractie.

Improvisatie 26 en verwante doeken (1912)

Hier wordt het onderwerp een voorwendsel om kleur en lijn te laten spreken. De energie is muzikaal, de tekening los en toch doelgericht. De blik beweegt in golven door het beeld.

Compositie VII (1913)

Een monument van abstracte beeldtaal. Thema’s als oorsprong, vloed en wedergeboorte resoneren zonder anekdote of verhaaltje. De rijkdom aan lagen maakt dat je bij elke terugkeer iets nieuws hoort en ziet.

Schilderij met zwarte boog (1912)

De boog is geen letterlijk object, maar een spanningsveld dat de compositie draagt. Het zwart werkt hier als rust en accent tegelijk, waardoor kleuren extra helder klinken.

On White II (1923)

Een voorbeeld van de Bauhausperiode met geometrische helderheid. Wit fungeert als ademruimte, lijnen als melodische dragers. De verfijnde balans toont hoe streng en lyrisch kunnen samenvallen.

Several Circles (1926)

De cirkel als archetypische vorm: concentraties en zwevende clusters roepen een bijna kosmische stilte op. Je kunt het lezen als een veld van intervallen en ondertonen, waarin iedere kleurcirkel een eigen timbre heeft.

Compositie X (1939)

Laat werk met zwevende tekens, als sterren in een diepe ruimte. De kleur is donkerder, maar de energie is niet minder. Het doek ademt ingetogen intensiteit, alsof het muziek is die je in een zacht volume beluistert.

Hoe kijk je naar Kandinsky: praktische tips

Begin op afstand en zoek het globale ritme. Waar lijkt de beweging naartoe te gaan? Is er een opbouw van spanning? Stap dan dichterbij en let op de kleine schakels: een fijn lijntje dat twee zones verbindt, een onverwachte kleurvlek die een richting corrigeert. Vraag jezelf af: als dit muziek was, welke instrumenten hoor ik dan? Hoor je koper door geel, strijkers in blauw, slagwerk in donkere accenten? Zo train je je oog om te luisteren.

Wissel kijken in stilte af met kijken terwijl je een korte melodie in je hoofd houdt. Merk je dat het schilderij die melodie meebeweegt of juist tegenklank geeft? Zo leer je Kandinsky’s beeldtaal als ritme, pauze en resonantie lezen.

Waar te zien: musea en collecties

Kandinsky’s werk hangt in grote Europese en Amerikaanse musea. In Duitsland is het Lenbachhaus in München onmisbaar voor wie de vroege periode wil zien. In Parijs toont het Centre Pompidou sleutelwerken uit meerdere fasen. In New York hebben zowel het Guggenheim als het MoMA een sterke representatie. In Nederland zijn werken te vinden in onder meer het Van Abbemuseum in Eindhoven, Kunstmuseum Den Haag en Museum Boijmans Van Beuningen. Wie de ontwikkeling van Murnau tot laat Parijs wil volgen, vindt in deze instellingen een boeiende route langs uiteenlopende periodes.

Restitutie, markt en morele vragen

De twintigste eeuw heeft diepe sporen nagelaten in kunstcollecties. Ook rondom Kandinsky’s werken spelen herkomstvragen, met name vanwege gedwongen verkopen en roof tijdens het naziregime. Een bekend geval betrof een doek met huizen dat jarenlang in een Nederlands museum hing. Na hernieuwd onderzoek en besluitvorming keerde het terug naar de erfgenamen van de vooroorlogse eigenaren. Zulke casussen laten zien hoe belangrijk zorgvuldig herkomstonderzoek is, niet alleen juridisch, maar ook moreel. Voor verzamelaars en instellingen geldt: documenteer herkomst zo volledig mogelijk en sta open voor nieuw onderzoek.

Op de veilingmarkt worden voor topwerken stevige bedragen betaald. Toch is de markt slechts een voetnoot bij Kandinsky’s kernbetekenis: zijn invloed op hoe wij naar kunst kijken. Hij maakte de weg vrij voor een beeldtaal waarin innerlijke noodzaak, ritme en kleur een zelfstandig universum vormen.

Invloed en nalatenschap

Kandinsky’s ideeën over kleur en klank hebben diep ingewerkt op kunstenaars, ontwerpers en architecten. De koppeling van abstracte vormen met psychologische effecten leeft voort in grafisch ontwerp, data-visualisatie en digitale kunst. De gedachte dat je met minimale middelen maximale expressie kunt bereiken, blijkt telkens opnieuw vruchtbaar. Het is fascinerend om te zien hoe zijn noties van ritme en resonantie ook buiten de schilderkunst doorwerken, bijvoorbeeld in scenografie, productdesign en zelfs muziekvisualisatie.

Zijn pedagogische erfenis is tastbaar: generaties kunstenaars zijn gevormd door zijn helder denken over punt, lijn en vlak. Het idee dat je eerst moet voelen en daarna benoemen, is misschien wel zijn meest waardevolle les. Wie daarin verder wil duiken, kan via zijn werken en notities de dialoog aangaan met een kunstenaar die met verf dacht als een componist met klank.

Kandinsky in context: tijdgenoten en kruisbestuiving

Het is verhelderend om Kandinsky naast tijdgenoten te leggen. In Parijs verfijnde een andere pionier de rol van kleur in het schilderen. In Duitsland en Zwitserland verkenden vrienden en collega’s de relatie tussen vorm en gevoel. De wisselwerking tussen deze kunstenaars maakt duidelijk dat abstractie niet uit de lucht kwam vallen, maar een antwoord was op een breed gevoelde noodzaak. Verken bijvoorbeeld de medereizigers van Kandinsky bij Alexej von Jawlensky, of verdiep je in hoe vriendschap en dialoog de Bauhausjaren kleurden via de reeds genoemde pagina over Paul Klee.

Waarom Kandinsky vandaag nog urgent is

We leven in een tijd van informatieoverdaad en visuele prikkels. Kandinsky herinnert ons eraan dat kijken niet alleen registreren is, maar afstemmen. Zijn schilderijen nodigen uit tot langzaam kijken, tot het volgen van lijnen als melodieën en kleuren als stemmen. Die aandacht maakt ons niet alleen betere kijkers, maar ook ontvankelijkere makers en denkers. In die zin is Kandinsky evenzeer een gids als een schilder: hij leert ons om in beelden te horen wat niet direct zichtbaar is.

Wassily Kandinsky leerde ons dat schilderkunst meer kan zijn dan een afbeelding van de wereld: ze kan een orkest zijn van kleur, lijn en ruimte dat rechtstreeks tot onze verbeelding spreekt. Of je nu voor een vroege Murnau kijkt of voor een late compositie, je kunt je ogen laten luisteren en een innerlijke melodie ontdekken. Als je straks weer een Kandinsky ziet, neem even de tijd. Vraag je af welke ritmes je voelt en welke kleuren tot je spreken. Daar, precies daar, begint de magie van zijn werk.

Veelgestelde vragen

Wie was Wassily Kandinsky en waarom is hij belangrijk?

Wassily Kandinsky was een Russisch-Franse schilder en denker die geldt als een van de grondleggers van de abstracte kunst. Hij verbond kleur en vorm met psychologische en spirituele werking, en ontwikkelde een eigen theorie over innerlijke noodzaak. Met zijn boeken en onderwijs beïnvloedde hij generaties kunstenaars, onder meer in de Bauhausperiode.

Wat typeert de schilderstijl van Wassily Kandinsky?

Kandinsky zet kleur en vorm in als autonome krachten. Vroege werken tonen vereenvoudigde landschappen, later ontstaan improvisaties en composities waarin ritme, lijnen en kleurvlakken de hoofdrol nemen. Hij dacht muzikaal: titels als improvisatie en compositie zijn programmatisch. In Parijs ontwikkelde hij biomorfe, organische vormen met een poëtische, meditatieve lading.

Welke beroemde werken van Wassily Kandinsky moet ik kennen?

Essentieel zijn De blauwe ruiter, de Murnau-landschappen, Improvisaties uit 1910 tot 1914, Compositie VII, Schilderij met zwarte boog, On White II, Several Circles en Compositie X. Samen tonen ze de weg van expressionistische kleurontdekking naar geometrische helderheid en uiteindelijk een rijpe, lyrische abstractie.

Waar kan ik kunst van Wassily Kandinsky bekijken?

Topcollecties vind je bij het Guggenheim en MoMA in New York, Centre Pompidou in Parijs, Lenbachhaus in München en de Hermitage. In Nederland tonen onder meer Van Abbemuseum, Kunstmuseum Den Haag en Museum Boijmans Van Beuningen belangrijke werken. Elk museum belicht weer een andere fase van Wassily Kandinsky.

Was Wassily Kandinsky de eerste abstracte schilder?

Hij geldt als een van de pioniers, maar hij was niet de enige die rond 1910 tot abstractie kwam. Tijdgenoten onderzochten vergelijkbare wegen. Wat Wassily Kandinsky onderscheidt, is de combinatie van baanbrekende doeken met een helder theoretisch kader over kleur, vorm, innerlijke noodzaak en de analogie met muziek.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *